Wat zijn de normen voor het regelen van een vastgoedfinanciering?
123Vastgoedfinanciering heeft voor jou de normen van een vastgoedfinanciering op een rijtje gezet. De volgende normen worden in grote lijnen gehanteerd door de financiële instellingen.
Eigen inbreng bij een vastgoedfinanciering
Voor de crisis was eigen inbreng minder belangrijk. Het verkrijgen van een vastgoedfinanciering die de volledige aankoop financierde werd gewoon verstrekt. De waardeontwikkeling van het vastgoed kende een opgaande lijn. Aflossen was daarom minder belangrijk. Door de prijsstijgingen werd de positie van de financiële instelling automatisch beter. Deze tijd is onder andere door het huidige economische klimaat, de waardedalingen in de vastgoedsector en het veranderende retaillandschap voorbij.
Tegenwoordig is het noodzakelijk te voorzien in een eigen inbreng voor het verkrijgen van een vastgoedfinanciering. In de regel bedraagt de minimale eigen inbreng 30% van de waarde in verhuurde staat. Je kunt dus ongeveer 70% gefinancierd krijgen op het vastgoed in verhuurde staat. De eigen inbreng wordt afgewogen op het type vastgoed wat gefinancierd moet worden. Voor een studentenwoning is bijvoorbeeld een hogere eigen inbreng noodzakelijk. Het gebruik maken van overwaarde op ander vastgoed kan in sommige gevallen ook gezien worden als eigen inbreng.
De looptijd van een vastgoedfinanciering
De theoretische looptijd van een vastgoedfinanciering hangt af van het type vastgoed. De theoretische looptijd is een afgeleide van het aflossingsniveau. Een bedrijfspand wordt in de regel gefinancierd met een theoretische looptijd van 25 jaar. Een aflossing van 4%. Echter committeert de financiële instelling zich in de regel niet voor een periode van
25 jaar aan de financiering. In de regel bedraagt de looptijd van een vastgoedfinanciering tussen de 5 en 10 jaar. De looptijd van de vastgoedfinanciering is dan anders dan de theoretische looptijd van de vastgoedfinanciering.
De financiële instelling committeert zich voor een kortere looptijd zodat het minder vermogen hoeft aan te houden voor de desbetreffende vastgoedfinanciering. Hierdoor is de kostenbelading op de vastgoedfinanciering voor de financiële instelling lager. Daarnaast is de risicoperiode vele malen korter voor de financiële instelling.
Hoe hoog is de rente van een vastgoedfinanciering?
Een vastgoedfinanciering is anders dan een woningfinanciering. De rente die je moet betalen op een vastgoedfinanciering is hoger dan de rente op je eigen woning. Enkele banken hanteren verschillende prijsstellingen. De huidige rente bij vastgoedfinancieringen ligt tussen de 3% en 4,5%, afhankelijk van de bank en de renteperiode.
Aflossingsvrije vastgoedfinancieringen
Voor de crisis was het gebruikelijk om een aflossingsvrije financiering te krijgen, zowel bij woningfinancieringen als bij commercieel vastgoedfinancieringen. Deze tijd is onder andere door het huidige economische klimaat, de waardedalingen in de vastgoedsector en het veranderende retaillandschap voorbij. Nieuwe aflossingsvrije vastgoedfinancieringen worden in de regel niet aangeboden. Na een periode van aflossing, wanneer de financiële instelling voldoende comfort behaalt uit de uitstaande lening ten opzichte van de waarde, de zogeheten loan to value, zijn er in sommige gevallen wel mogelijkheden tot verkrijging van een aflossingsvrije vastgoedfinanciering.
Hoeveel moet ik aflossen op een vastgoedfinanciering?
De hoogte van de aflossing op de vastgoedfinanciering hangt onder andere af van hoogte van de vastgoedfinanciering ten opzichte van de waarde van het vastgoed (de loan to value), het type vastgoed en de financiële positie van de kredietnemer. In de regel bedraagt de aflossing op een vastgoedfinanciering tussen de 1,5% – 5%.
Is de vastgoed aankoop transparant?
Financiële instellingen dienen na te gaan of een vastgoedtransactie voldoende transparant plaatsvindt. Dit zijn financiële instellingen verplicht uit hoogte van de Wet Financiële Dienstverlening. ABC-transacties, de aankoopprijs en de herkomst van het vastgoed staan hierin centraal.